024
Bron

Deze akte uit de twaalfde eeuw speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van de Commanderie van St. Jan. In deze akte bevestigt keizer Hendrik VI de schenkingen van de burggraaf Alardus en zijn vrouw Uda aan het hospitaal te Nijmegen en stelt alle andere verworven goederen onder zijn bescherming. In 1214 kwam het pand in handen van de ridders van de Johanniter Orde. Dit was een militaire kloosterorde, die deelnam aan kruistochten en zorg droeg voor pelgrims. Zij stichtten hier een klooster en pelgrimshuis. Aan het hoofd van deze orde stond de 'commandeur' en zo kwam de Commanderie aan zijn naam. 

Hier volgt een vertaling van de Latijnse tekst:

 

 

Hendrik de Zesde, door de goddelijke gunst en genade altijd verheven keizer van de Romeinen en koning van Sicilië.

Ten voordeel van het eeuwige koninkrijk en voor de groei van het tijdelijke rijk bij de koning der koningen twijfelen wij er niet aan dat het nuttig voor ons is, daar wij religieuze oorden beschermen, als wij die zaken, die door de gelovigen van Christus zelf door het streven naar vrome vrijgevigheid worden opgeofferd, onder onze vrede voor hen volledig behouden.

Daarom laten wij aan alle trouwe volgelingen van ons rijk, zowel huidige als toekomstige, weten dat wij met onze keizerlijke welwillendheid alles bekrachtigen en bevestigen wat Alardus, burggraaf van Nijmegen, en zijn vrouw Uda, rechtmatig hebben geschonken aan het hospitaal van Nijmegen, dat zij uit hun bezittingen die van hen waren hebben gebouwd op eigen kosten en met eigen inspanningen, 

namelijk vier hoeven in het dorp Hees, een hoeve met toebehoren in Ewijk, een hoeve in Weurt, een landgoed in Woezik, een landgoed in Lent; zowel deze als andere zaken, die het genoemde hospitaal rechtmatig bezit of zal verkrijgen door de giften van de gelovigen of op andere rechtmatige wijze, krijgen de speciale bescherming van onze majesteit.

Daarom hebben wij besloten en bevelen wij streng dat geen enkele persoon van lage of hoge stand, van wereldlijke of kerkelijke status het genoemde hospitaal in goederen of personen, die het heeft, [ook maar] enigszins zal durven belasten of hinderen.

En als iemand dit toch probeert te doen, moet hij dertig pond goud als straf aan onze schatkamer betalen.

Als stellig bewijs hiervan voor de eeuwigheid hebben wij daarom bevolen dat dit document hier wordt opgesteld en bekrachtigd met het zegel van onze majesteit.

Gegeven bij Montefiascone, in het jaar des Heren 1196, in de vijftiende indictie, dertien dagen voor de kalenden van november. [20 oktober 1196]

(Vertaling Michiel Sauter)

Herkomst

Datering

20-10-1196

Collectie

Regesten Oud Archief Nijmegen, 1166-1811

Organisatie

Regionaal Archief Nijmegen

Nummer

2

Link

https://hdl.handle.net/21.12122/16401078

Verdieping

Gerelateerde thema's

Middeleeuwen

Beschikbare tools

Overzicht van alle tijdlijnen

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen