In 1886-1887 werd in Nederland een parlementaire enquête gehouden naar de toestand in fabrieken en werkplaatsen. Deze 'Arbeidsenquête', een initiatief van 11 Kamerleden, kon wegens ontbinding van de Kamer niet voltooid worden, maar door de verhoren werden wel vele misstanden aan het licht gebracht. De enquête gaf mede de aanzet tot de Arbeidswet van 1889.
Dit is een deel van ingevulde enquête over de veiligheid en het welzijn van arbeiders in de Nijmeegse industrie aan het eind van de negentiende eeuw. (in totaal zijn 44 werkplaatsen onderzocht, wegens tijdgebrek konden niet alle werkplaatsen in het onderzoek betrokken worden) De twee pagina's moeten als één geheel worden gelezen, de laatste 3 kolommen en de laatste sub-kolom van "Duur van het verblijf in het gebouw" ("zondagsarbeid B") op p.2 moeten eigenlijk aan de rechterkant van p.1 worden geplakt. Er werd onder andere gekeken naar hoeveel werknemers werkzaam waren in de fabriek. Daarnaast werd gekeken hoeveel kinderen er werkzaam waren en wat de leeftijd van de jongste werknemer was. Ook het gevaar voor rampen en ongelukken werd onderzocht. De meeste fabrieken kregen een voldoende maar een sigarenfabriek scoorde onvoldoende, o.a. vanwege het brandgevaar.