Nijmegen heeft in vroeger dagen een bloeiend brouwersgilde gehad. De oudste gildebrief van het brouwersgilde, oftewel het Brouwerenambt, dateert van 1586. Waarschijnlijk bestond het gilde al langer want in 1514 hadden de bierbrouwers al een eigen altaar in de Stevenskerk. In 1632 telde de stad zelfs 52 brouwers en "brouwerschen"(vrouwelijke brouwers), die zorgden voor Nijmeegse bieren. Het Nijmeegse bierbrouwersgilde bewaakte de kwaliteit van het bier op veel manieren, ook door goed te letten op eventueel frauduleus handelen. Deze brief uit 1765 vraagt aan het stadsbestuur om er voor te zorgen dat Nijmeegse biertonnen niet door anderen gebruikt worden.
Herkomst
Datering |
1765 |
Collectie |
1 Bestuurlijk Archief der Stad Nijmegen 1196 - 1810 |
Organisatie |
|
Nummer |
2825 |
Link |
https://hdl.handle.net/21.12122/2127736840 |
Gerelateerde thema's
Beschikbare tools
Overzicht van alle transcripties
Overzicht van bron(nen) op de kaart
Bierbrouwers
Aen den Weledele en
Achtbaere Raad der Stadt
Nijmegen.
Weledele en Achtbaere Heeren
Geven met verschulde eerbied te kennen Boek-
houder en Meesteren van den Brouweren-
ampte binnen deeze Stadt,
dat die Edele mogende heren Staaten deze
Provincie, bij verscheijdene Placaten van den
25 Jul: 16[1]4, d 8 April 1629, d 7 Maij 1678 en 20
Junius 1693/: te vinden in 't Geldersch Placaet-
boek pag: 139, 244, 477 en 60[1]:/ tot bevordering
des gemeene welvaerts hebben geinterdiceert en
verboden.
Dat eenen ijgelijck van wat Staet qualiteijt,
of conditie diezelve zoude mogen wezen, hem
voortaen te vervorderen de Brouwerstonnen aen
hem te houden, ende te gebruijcken, die te breeken
aen stukken te slaen ofte te zagen, of te eewige
andere vaten of kuijpen daervan te maken of te
dezelve te verbranden, ofte ook de bodemen van de
voorschreven vaten omme te keeren, ofte te verande-
ren, ofte die tot andere Brouwers met bieren te doen
vaten, of op eenige andere manieren de Brouwers
haere tonnen afhandigh te maken: