In Nijmegen werd in december 1712 een lijk uit de Waal gevist: niet van zomaar iemand, maar van de vooraanstaande procureur Huibert Cock, de echtgenoot van Anna Maria Vonk. Grote vraag is of Anna Maria's minnaar schuldig is aan de moord en of zijzelf medeplichtig is. Luitenant Behr, Anna Maria's minnaar, werd uiteindelijk veroordeeld voor de moord en onder massale belangstelling geradbraakt op de Grote Markt. Ook Anna Maria krijgt de doodstraf. Dat er in het onderzoek naar de moord flink tekort is geschoten, is wel duidelijk. Er werden bijna geen getuigen gehoord en eigenlijk waren de rechters alleen maar uit op een bekentenis. Ze hadden een stapel liefdesbrieven in handen gekregen, die Behr naar Anna Maria stuurde. Daarin stelde hij zich op als een zeer obsessieve, verliefde minnaar die voor haar tot alles bereid was. Op basis daarvan gingen de rechters er al vanuit dat Behr sowieso schuldig was. De met bloed ondertekende verklaring vormt het sluitstuk van een van de beruchtste rechtszaken uit de geschiedenis van Nijmegen. Tot op de dag van vandaag blijft de schuldvraag tot de verbeelding spreken. Wie was schuldig aan deze moord? Was het de eigenzinnige luitenant Behr, of toch zijn beste vriend, die spoorloos verdween na de nacht van de moord?
Herkomst
Datering |
1712 |
Collectie |
3 Rechterlijk Archief der Stad Nijmegen 1410 - 1811 |
Organisatie |
|
Nummer |
986 |
Link |
https://hdl.handle.net/21.12122/2133027671 |
Gerelateerde thema's
Trefwoorden
Beschikbare tools
Overzicht van alle transcripties
Overzicht van bron(nen) op de kaart
Beruchte rechtszaak
Mijn hart allerliefsten en getrouwe mikgelief
Ik maak u in t kort bekend, dat ik so seer cha-
grijn ben, uijt oorsaak, dat ik het geluk niet hebbe
gehad van u te sien, en ik geloof dat het de reden is
geweest, dat gij U niet hebt laten sien, terwijl gij
so chagrijn zijt. Ik bidde u om gods will, maakt dog
mijn hart so swaar niet, en laat om de liefde Gods
geen groot chagrijn merken voor de menschen anders
sult gij U in verdag brengen.
Liefste engel, ik hope morgen het geluk te hebben
U omtrent 6 uur mondeling te spreken. Voor de rest
bid ik u nog eens, dat gij u chagrijn, die u dog niet
helpt wilt aan een kant zetten, en hebt dat vertrou-
wen tot mij dat ik u in eeuwigheijd niet sal verla-
ten, maar ik sluite en kusse nog honderd duisendmaal en blijve,
Mijn getrouwe allerliefste mikgelief
getrouw en overanderlijk tot
in den doot
Kind lief, ik bidde u nog
eens dat gij morge te 6 uur komt
adieu mikge, slaap wel
Ich unterschriebene bekenne, dass anna maria Vunck
meine eheliche getrauheter frau ist, und ich dieselbigen
in alle ewigkeit nicht verlassen will, und vors ie
sorgen als einen ehelichen getreuhen mann zu kommet,
und so es gott solte schicken das ich zu sterben kohme
oder durch einen andern todes fall sterben siolte, so soll
sie Erbgenahme seijn, von dem was mir von meiner
seehligem Mutter zu kommet, an gekdt und geldes
werth. Zu desen versicherung habe ich mich eigenhän
dich mit meinen Blutte unter schrieben , und mein
an geboherenes Signet vor getiecket, so geschehen in
Nimegen den zehender Novembris ein Tausendt
Sieben hundert und Zwolften Jahres
J.L. Beer