In het archief van de Gemeente Nijmegen vinden we twee telegrammen uit 1905 en uit 1906 afkomstig van het Ministerie van Koloniën gericht aan de burgemeester van Nijmegen. In Atjeh zijn de militairen zwaargewond geraakt. Gevraagd wordt om familie of naasten in Nijmegen omzichtig daarvan op de hoogte te stellen. Bijzonderheden ontbreken nog.
Het gaat om Simon Mulder en George Felix Bernard Watrin. Nederland was met Atjeh in oorlog. Aanleiding daarvoor waren de toegenomen aanvallen van zeerovers in de straat van Malaka boven Sumatra, nadat het Suezkanaal in 1869 was geopend. De Britten vonden dat Nederland tekortschoot in de bestrijding daarvan. In 1871 werd daarom tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland een nieuw Sumatra-verdrag gesloten, dat Nederland de vrije hand gaf in Atjeh. Het sultanaat was rijk aan landbouwgronden waar voor de export peper werd verbouwd. De oorlog vond plaats tussen 1873 en 1904 maar ook daarna werd het nooit echt rustig. In totaal vielen er volgens schattingen 100.000 doden en een half miljoen gewonden.
Fuselier Simon Mulder en Luitenant George Watrin overleefden hun verwondingen want Simon komt volgens het bevolkingsregister op 7 januari 1909 terug in Nijmegen en George, die inmiddels is bevorderd tot kapitein, is op 5 januari 1911 weer in Nijmegen.