In 1918 kreeg Nederland meer en meer te maken met de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. Er was een grote economische malaise hetgeen leidde tot grote werkeloosheid. Daarnaast was er een steeds groter voedseltekort. De regering probeerde de schaarste zo eerlijk mogelijk te verdelen door rantsoenering en een distributiesysteem met bonkaarten, maar zij slaagde er niet in de zwarte handel de kop in te drukken. De prijzen van levensmiddelen stegen hierdoor enorm. In de grote steden werd honger geleden. Er hadden zich verscheidene hongerrellen voorgedaan, zoals het Aardappeloproer, die met ingrijpen van het leger onderdrukt werden. Tot overmaat van ramp heerste de Spaanse griep die duizenden slachtoffers eiste. De verschillen tussen rijk en arm werden groter: de allerarmsten werden armer door de stijgende prijzen van levensmiddelen, en de allerrijksten werden rijker door de winst die zij in de Eerste Wereldoorlog hadden behaald. De armen bekeken de rijken met een mengeling van woede en afgunst over de manier waarop velen van hen hun rijkdom hadden weten te verkrijgen.
De socialistische partij in Nederland, de SDAP, wilde de machts- en bezitsverhoudingen in Nederland grondig te wijzigen. De dramatische situatie in Nederland op dat moment was volgens de leider van de SDAP, Pieter Jelles Troelstra, een uitstekende aanleiding om de macht van de bezittende klasse te breken en een socialistische maatschappij te vestigen waarin macht en bezit eerlijk verdeeld zouden worden. In 1917 hadden de communisten in Rusland al de macht overgenomen van de tsaar en ook in Duitsland hadden de socialisten in begin november 1918 de keizer afgezet en de macht over genomen. Door dit alles dacht Troelstra dat Nederland ook rijp was voor een socialistische revolutie en op 12 november verklaarde hij in de Tweede Kamer dat de sociaaldemocraten verplicht waren de staatsmacht te grijpen en dat de nieuwe regering de eisen van de arbeidersbeweging moest inwilligen. Deze oproep mislukte volkomen en een dag later zag Troelstra al in dat de revolutiepoging mislukt was en gaf hij aan dat hij zich had vergist.
Dit affiche is een oproep van enkele katholieke vrouwen uit Nijmegen aan de vrouwen van Nijmegen om te protesteren tegen de socialistische revolutiepoging (van Troelstra) en om op 15 november naar het Concertgebouw "De Vereeniging" te komen om daar pater Koolen O.P te horen spreken over "de plicht van vrouwen in deze tijd".