Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal. Toch had de oorlog wel gevolgen voor Nederland en ook voor Nijmegen. Eén van de gevolgen was bijvoorbeeld dat er veel Belgische vluchtelingen naar Nederland kwamen omdat België niet veilig was. Vanaf oktober 1914 heeft Nijmegen een kleine duizend Belgische vluchtelingen gehuisvest. Op de eerste afbeelding zie je een brief van het Comité voor de Belgische vluchtelingen in de Waalkazerne. Een van de vrouwelijke vluchtelingen was er zo tot last dat werd voorgesteld om het gezin over te plaatsen naar Veenhuizen. Op de tweede afbeelding zie je een vragenlijst, die naar de gemeente werd gestuurd. Op de derde afbeelding zie je het antwoord van de gemeente op deze vragen.
Herkomst
Datering |
1914 - 1918 |
Collectie |
235 Comité tot Steun van Belgische en andere Vluchtelingen Nijmegen 1914 - 1918 |
Organisatie |
|
Nummer |
1 |
Link |
https://hdl.handle.net/21.12122/2183626389 |
Gerelateerde thema's
Trefwoorden
Beschikbare tools
Overzicht van alle transcripties
Overzicht van bron(nen) op de kaart
Belgische vluchtelingen
Nijmegen, Waalkazerne, 25 januari 1915
Edel Achtbare heer,
Het Comité voor de Belgische vluchtelingen in
de Waalkazerne heeft de eer ter uwer kennisse te brengen,
dat Maria Augustina Oosterlijnck, vrouw van
Guilielmus de Laeter,
Zaterdag den 23sten dezer, tegen het verbod in, de kazerne
heeft willen verlaten, dat zij daartegen zoo heftig protes-
teerde, dat zij zich losrukte van den portier, die haar
vastgreep, en den Concierge, die er zich mede moest
bemoeien, in het gezicht krabde en schopte.
Het gevol van een en ander was, dat er een
groot tumult ontstond, waarvan de Heer K.H. van
Gelder getuige was.
Daar bovenvermelde persoon reeds vroeger gewaar-
schuwd was wegens haar brutaliteit, en nog onlangs
wegens verzet tegen de bestaande orde gestraft is met
veertien dagen verbod van uitgaan en bedreiging van
opzending naar elders, en zij daardoor bewezen heeft
een zeer lastig element te zijn, doet het Comité U
het verzoek te willen bevorderen, dat genoemde persoon
met haar man en haar kind, Maria Augusta de Laeter
oud 6 jaar, naar het vluchtelingenkamp in Veenhuizen
wordt overgebracht.
Nijmegen 16 november 1915
1 bijlage.
Edelachtbare Heer,
Als antwoord op uw schrijven van 12 November 1915 No 758 I en
Onder terugzending van een schrijven “van het Nederlandsch Comité
van Belgische en andere slachtoffers”, hebben wij de eer U het volgende
te berichten op de 5 vragen van genoemd schrijven:
1e In deze gemeente is nog altijd een comité werkzaam in het belang der
vluchtelingen. Dit Comité houdt nog geregeld zitting in een der lokalen
van den Schouwburg en bestaat uit eenige leden van het meer talrijke
Comité, dat in functie was toen de vluchtelingen alhier in de kazerne
waren ondergebracht. Wanneer het getal uitgewekenen belangrijk zou
toenemen, zou aanvulling natuurlijk noodig zijn en wij twijfelen er
niet aan of verschillende Dames & Heeren zullen zich wederom beschik-
baar stellen, wanneer door middel van de dagbladen hun hulp gevraagd
werd. Wij meenen er echter hier op te moeten wijzen, dat het comité
vroeger meermalen moeilijkheden had bij de verantwoording van
kleinigheden, die niet altijd precies waren op te geven, wat wel eenig-
zins verlammend werkte op de ambitie van de leden, die vaak al hun
tijd belangeloos beschikbaar stelden.
2 en 3. Hoeveel vluchtelingen hier eventueel zouden kunnen worden ondergebracht
worden, is door ons moeilijk op te geven, Dit toch hangt grootendeels af
van de gebouwen, die door het Rijk of de Gemeente kunnen beschikbaar
gesteld worden en ook of op gemakkelijke wijze voedingsmiddelen –
men denke hier b.v. aan de broodkaarten – zouden worden verstrekt.
Het Comité meent hier niet te kunnen aanbevelen voor de vluchtelingen
bij particulieren huisvesting te zoeken. De ondervinding heeft ons
maar al te vaak geleerd, dat door hen misbruik wordt gemaakt
van de omstandigheden door buitensporige prijzen te vragen.
Wij meenen daarom hier met nadruk te moeten wijzen op de
Den Heer Burgemeester der Gemeente