Johannes Smetius (1590-1651) was van 1618 tot aan zijn dood dominee in de Sint Stevenskerk. Naast zijn werk als predikant verzamelde hij archeologische vondsten uit de Romeinse oudheid. In zijn boek Nijmegen, stad der Bataven stelt hij dat Nijmegen in de Romeinse tijd de belangrijkste nederzetting van de Bataven was.
Hierop zinspeelt Constantijn Huygens (1596-1687) in zijn Latijnse gedicht; hij beschrijft dat Smetius anders dan andere schrijvers niet zomaar oude bronnen overschrijft maar zelfstandig tot zijn conclusie is gekomen. Ook beschrijft Huygens hoe de Bataafse leider Julius Civilis na zijn opstand tegen de Romeinen in het jaar 69 met zijn mensen naar het eiland de Betuwe vlucht.
Bron
Gedicht van Constantijn Huygens aan Johannes Smetius
