024
Bron

Vanaf 15 maart 1941 mochten joden geen bloed meer doneren aan niet-joden. De aanleiding hiervoor was een gebeurtenis in Rotterdam. In de jaren '40 moesten bloedtransfusies nog rechtstreeks van mens op mens worden uitgevoerd. In Rotterdam werd een ontslagen Joodse ambtenaar opgeroepen als donor. Met zijn bloed werd het leven van een Duitse soldaat gered. Alleen in de ogen van de nazi’s was dit een grote misdaad: hij had een Ariër vergiftigd met joods bloed. Binnen de ideologie van het nationaal-socialisme werd het bloed beschouwd als drager van erfelijke raseigenschappen. Het Rode Kruis kreeg de opdracht om alle donoren te controleren en Joodse donoren van de lijsten te verwijderen. ‘Joodsche bloedgevers mogen alleen gebruikt worden voor personen van het Joodsche ras.’

Herkomst

Datering

14-3-1941

Collectie

5006 OSAN, Openbare orde (tijdelijk)

Organisatie

Regionaal Archief Nijmegen

Nummer

40201

Link

https://hdl.handle.net/21.12122/2127347012

Gerelateerde thema's

Tweede Wereldoorlog

Beschikbare tools

Overzicht van alle tijdlijnen

Overzicht van bron(nen) op de kaart

Alle bronnen