Laus Deo den 6 november Anno 1594 in Amsterdam
Gunstige wel beminde [doorhaling] vader, desen sall alleen dienen om U Lieve te
te aviseren dat ick van Rotterdam hier gecomen ben om met dese scepen
die de van Amsterdam toe maeken so U Lieve daer van gehoort heefft naar
Indien te seylen met Godts hulpe, ende heb daer toe goede gelegenheyt gevonden,
ende dat door recommandatie Jan Jacobzoon, ende Gerrit van Boeningen, mijn
neeff, de welcke vys-admirael wesen sal. Sij sullen op elc scip vier
adelborsten hebben die naest die capeteyn over 't volc commanderen.
Daer van sal ick een sijn, van mijn gagie en weet ick noch geen besceyt
dan twijffel niet off ick sal wel 20 gulden ter maendt kryghen ende
ick sal mijn neeff des capeteyns tafel hebben. Ick vertreck morgen
naer Engelant, om aldaer enich gescut te halen dat ons noch
gebreckt, daer ick van mijn cousin Gerrit van Boeningen den
vys-admirael heen gesonden werd met recommandatie van de heren
Staten. Wil ons Godt de Heer goede reys verleenen wij syn ons
leven behouden, want wy nieuwe landen gaen soecken die noyt
bevaren syn geweest. Mijn cousin ende ick hebben op den werelt clot
gemeten ons reys die wij hopen te doen, so bevynden wij datter wenich
aen scort off wij seylen de heele werelt om ende wij hoopen die reys
in twee jaren te doen daer die Portegysen 3 jaer toe van doen
hebben ende wij nemen't noch wel vier off 5-hondert mijlen vorder
dan daer sij haer specerij halen. Het sijn conincklicke scepen daer
wij met Godts hulpe met dencken te varen, wel gemonteert.
So wil ick mijn vader vrundtlick gebeden hebben dat die kost
aen mij wilt hangen ende laten mij daer sonder vertreck dewiele
ick in Engelant ben een halff dosijn grove hemden met slechte
omslagen daerop genayt # [tussenvoeging] maken ende laet mij ons Gert een deel slechte
slaepmutsen sonder enich werck # [tussenvoeging] maken, want ick sulcx meest van doen
sal hebben overmitds die lange reyse ende wiltse aen Jan neeff
bestellen. So ick noch tijt heb als ick wt Engelandt coom, sall
ick eerst noch eens overcomen ende sal U Lieve dan van alles wijder
besceijt seggen. Ick seynde U met den brenger van desen een
sack, wilt doch die vol goede knollen aen Jan neeff seynden
metten eersten so haest als mogelijck is. Ick bid U Lieve vrundtlijck
en wilt doch hier in niet versuymen aen Jan Jacobzoon die
knollen te seynden want ick beloofft heb dat ick se onbieden
sou op dat ick'er niet deur bescamt werd. Sij wilden daer
gelt bij seynden maer ick wilde sulcx niet toe laeten want
hij mij met Gerit neeff groote vrundtscap bewesen hebben.
Isset mogelijck so seynter met een ooc een sack aen Gerrit
neeff, U Lieve mogen dencken cost ick U nu wat off gij mij wt
hyllickte coom ick met lieff wederom. Ick bender mijn leven
door gebercht ende blijff ick het can U Lieve ooc niet scaeden.
Ick ben hier door Godt loff en danc vast van den grooten
arbeyt verlost. Hiermede wil ick mijn vader voor dees
tijt sampt alle goede vrunden die mij mijn vader sal gelieven
hertelicken te groeten in des almachtigen Godts seylighe