Op 27 november 1930 schreef de Gelderlander over de ‘troostelooze watervlakte’ in de Ooij bij Nijmegen. De waterlozing gebeurde toen nog door middel van automatische sluizen, maar bij een te hoge waterstand in de Waal bleven de sluizen dicht. Daarom lag er een plan voor een gezamenlijk gemaal bij de monding van het Meertje, wat tot in Kleef voor droge voeten zou zorgen. De krant waarschuwde de lezer echter voor alle formaliteiten die bij deze internationale samenwerking kwamen kijken. Kortom: ‘het gemaal is er nog niet en de menschen zitten met den water-overlast.’ In 1933 werd dit plan toch werkelijkheid: in opdracht van het Nederlandse waterschap Nijmegen-Duitse Grens en het Duitse Deichverband Kleve-Landesgrenze werd het Hollands-Duits Gemaal gebouwd. Dit gemaal verzorgde de waterlossing in het grensgebied: 10.000 hectare in Duitsland en 6.000 hectare in Nederland. Op 22 februari 1934 werd het Gemaal feestelijk geopend door Duitse en Nederlandse vertegenwoordigers.
Herkomst
Datering |
1934 - 1934 |
Collectie |
Fotocollectie Regionaal Archief Nijmegen |
Organisatie |
|
Nummer |
F52473 |
Link |
https://hdl.handle.net/21.12122/101680 |
Gerelateerde thema's
Trefwoorden
Beschikbare tools
Overzicht van alle tijdlijnen
Hoogwater
Landbrief van 1580
1580
In de zestiende eeuw maakten de geërfden en heren van de Ooijpolder ruzie over de waterstaatswerken. Steeds vaker kwamen zij afspraken over het onderhoud niet na. De Ooijpolder overstroomde hierdoor regelmatig. Om dit probleem op te lossen, greep een Nijmeegse magister in. Op 15 augustus 1580 werd de oorkonde van de Circul van de Ooij, oftewel de ‘Landbrief’, uitgevaardigd door het Hof van Gelre. Deze oorkonde bevat sancties wanneer de geërfden en heren de afspraken over het onderhoud niet nakwamen.
Regels bij hoogwater 1750
26 november 1750
Regels en verordeningen uitgegeven door de dijkgraven van het kwartier van Nijmegen in geval van hoogwater en kruiend ijs.
De dijkgraven maken afspraken
1757
Een afkondiging over de afspraken die gemaakt zijn over de noodzaak van goede communicatie tussen de dijkgraven in het geval van hoge waterstanden in de Waal en de Maas.
Watersnood 1757
1757
Beschrijving van de watersnood van februari 1757 door kapitein en ingenieur Jacob Pierlinck met kaart van de rivieren
Watersnood
1926
In 1926 overstroomde de Maas en veel gebieden in Gelderland en andere delen van Nederland werden hierdoor getroffen. Dit affiche riep op tot een inzameling voor de mensen die in nood zaten.
Wateroverlast in een café aan de Waalkade
1926
1926 begon rampzalig voor Nijmegen en omgeving. Door overvloedige regenval in december bereikte de waterstanden in de rivieren recordhoogtes. Hierdoor brak op oudejaarsdag tussen Nederasselt en Overasselt de Maasdijk over een lengte van 100 meter. Vrijwel het hele land van Maas en Waal kwam onder water te staan. Op 3 januari brak de Waaldijk bij Erlecom waardoor ook de Ooijpolder volliep. Ook de Waalkade en delen van de benedenstad kwamen onder water te staan. Planken moesten verhinderden dat deze cafebezoekers natte voeten kregen.
Wateroverlast in de benedenstad
1926
In 1920 hadden de bewoners van de Steenstraat in de Benedenstad ook last van het hoge water. Op de foto is te zien dat ze toch een manier hadden gevonden om het huis uit te kunnen zonder natte voeten te krijgen. Op de achtergrond zie je een telefoonmast staan.
De toestand in de Ooy - Hoogwater 1930
27 november 1930
Op 27 november 1930 schreef de Gelderlander over de ‘troostelooze watervlakte’ in de Ooij bij Nijmegen. De waterlozing gebeurde toen nog door middel van automatische sluizen, maar bij een te hoge waterstand in de Waal bleven de sluizen dicht. Daarom lag er een plan voor een gezamenlijk gemaal bij de monding van het Meertje, wat tot in Kleef voor droge voeten zou zorgen. De krant waarschuwde de lezer echter voor alle formaliteiten die bij deze internationale samenwerking kwamen kijken. Kortom: ‘het gemaal is er nog niet en de menschen zitten met den water-overlast.’ In 1933 werd dit plan toch werkelijkheid: in opdracht van het Nederlandse waterschap Nijmegen-Duitse Grens en het Duitse Deichverband Kleve-Landesgrenze werd het Hollands-Duits Gemaal gebouwd. Dit gemaal verzorgde de waterlossing in het grensgebied: 10.000 hectare in Duitsland en 6.000 hectare in Nederland. Op 22 februari 1934 werd het Gemaal feestelijk geopend door Duitse en Nederlandse vertegenwoordigers.
Hollands-Duits gemaal
1934
Op 27 november 1930 schreef de Gelderlander over de ‘troostelooze watervlakte’ in de Ooij bij Nijmegen. De waterlozing gebeurde toen nog door middel van automatische sluizen, maar bij een te hoge waterstand in de Waal bleven de sluizen dicht. Daarom lag er een plan voor een gezamenlijk gemaal bij de monding van het Meertje, wat tot in Kleef voor droge voeten zou zorgen. De krant waarschuwde de lezer echter voor alle formaliteiten die bij deze internationale samenwerking kwamen kijken. Kortom: ‘het gemaal is er nog niet en de menschen zitten met den water-overlast.’ In 1933 werd dit plan toch werkelijkheid: in opdracht van het Nederlandse waterschap Nijmegen-Duitse Grens en het Duitse Deichverband Kleve-Landesgrenze werd het Hollands-Duits Gemaal gebouwd. Dit gemaal verzorgde de waterlossing in het grensgebied: 10.000 hectare in Duitsland en 6.000 hectare in Nederland. Op 22 februari 1934 werd het Gemaal feestelijk geopend door Duitse en Nederlandse vertegenwoordigers.
Hoogwater 1995
1 augustus 1995
In januari 1995 bereikt het water in de Waal en Maas recordhoogtes. De dijken dreigen te bezwijken en honderdduizenden mensen zijn accuut in gevaar. De autoriteiten besluiten tot evacuatie over te gaan. Uiteindelijk houden de dijken het. Een ramp is afgewend en 185.000 geëvacueerden kunnen weer naar hun huizen terug. Een halfjaar later verschijnt er een rapport over deze gebeurtenis.
Landbrief van 1580
Regels bij hoogwater 1750
De dijkgraven maken afspraken
Watersnood 1757
Watersnood
Wateroverlast in een café aan de Waalkade
Wateroverlast in de benedenstad
De toestand in de Ooy - Hoogwater 1930
Hollands-Duits gemaal
Hoogwater 1995
Overzicht van bron(nen) op de kaart