Vertaling:
Johannes, genoemd Jenneke Maelwael, zoon van wijlen meester Arnold, bekent dat hij tussen deze en de dag van de geboorte van de Sint Jan zal komen bij de Nijmeegse rechtbank om betaling te doen aan Adam van Stokkum …. wegens een aanklacht die door de genoemde Adam tegen de gezegde Jenneken in te dienen, zo niet, dat hij terecht was gekomen in een boete van 14 br kr. den. door beslag te leggen
Betekenis:
Hier wordt Johan, één van de drie broers Van Lymborch, ook ‘Jenneke Maelwael’ genoemd. Hij verplicht zich een betaling te doen aan Adam van Stokkum. Adam is goudsmid en een goede bekende van de familie.