Met de ‘transcriptietool’ kun je eenvoudig oude handschriften en teksten lezen. Hieronder zie je per thema aan welke bronnen een transcriptie is toegevoegd. De transcriptie vind je ook onder het kopje 'tools' onder de bron.
Beschikbare thema’s
De Piersonstraat moet blijven!
De Piersonstraat moet blijven
Refrein: Ik houw van de Zwanegas, zo as-tie vroeger was,
de Piersonstraat moet blijven, en ook de Karregas
We willen niet dat hier ’n garage komt te stoan
We zijn wel duzend kere noa de gemeente toe gegoan
’T is al 10 jaar geleje, dat de gemeente zei:
“Er moet toch echt heel nodig ’n parkeergarage bij!”
Niemand in de wijk wil hier nog ooit vandaan
maar zij willen de Zeigelhof, de huisjes gaan eraan.
De buurt mocht komen proaten, maar dat hield toch niks in
wethouder v. Montfoort deed toch z’n eigen zin
We dienden ‘n bezwaarschrift in tegen dat besluit
en zelfs nog naar de Kroon toe, ook dat haalde niks uit.
Sinds die tijd geen poen meer voor het onderhoud
Er zouden nieuwe huizen voor ons worden gebouwd.
Maar Lindenholt of Hatert, da’s veul te ver van huis
na zoveel joar hier wonen, is dit ons enig thuis
Simon de Wit ging sluiten, het personeel op straat
twee-en-een-half miljoen, waar geen mens bij is gebaat
voor nòg zo een garage die ook komt leeg te staan
en dat gaan wij voorkomen, we gaan er tegenaan!!
Ontdekkingsreiziger
Laus Deo den 6 november Anno 1594 in Amsterdam
Gunstige wel beminde [doorhaling] vader, desen sall alleen dienen om U Lieve te
te aviseren dat ick van Rotterdam hier gecomen ben om met dese scepen
die de van Amsterdam toe maeken so U Lieve daer van gehoort heefft naar
Indien te seylen met Godts hulpe, ende heb daer toe goede gelegenheyt gevonden,
ende dat door recommandatie Jan Jacobzoon, ende Gerrit van Boeningen, mijn
neeff, de welcke vys-admirael wesen sal. Sij sullen op elc scip vier
adelborsten hebben die naest die capeteyn over 't volc commanderen.
Daer van sal ick een sijn, van mijn gagie en weet ick noch geen besceyt
dan twijffel niet off ick sal wel 20 gulden ter maendt kryghen ende
ick sal mijn neeff des capeteyns tafel hebben. Ick vertreck morgen
naer Engelant, om aldaer enich gescut te halen dat ons noch
gebreckt, daer ick van mijn cousin Gerrit van Boeningen den
vys-admirael heen gesonden werd met recommandatie van de heren
Staten. Wil ons Godt de Heer goede reys verleenen wij syn ons
leven behouden, want wy nieuwe landen gaen soecken die noyt
bevaren syn geweest. Mijn cousin ende ick hebben op den werelt clot
gemeten ons reys die wij hopen te doen, so bevynden wij datter wenich
aen scort off wij seylen de heele werelt om ende wij hoopen die reys
in twee jaren te doen daer die Portegysen 3 jaer toe van doen
hebben ende wij nemen't noch wel vier off 5-hondert mijlen vorder
dan daer sij haer specerij halen. Het sijn conincklicke scepen daer
wij met Godts hulpe met dencken te varen, wel gemonteert.
So wil ick mijn vader vrundtlick gebeden hebben dat die kost
aen mij wilt hangen ende laten mij daer sonder vertreck dewiele
ick in Engelant ben een halff dosijn grove hemden met slechte
omslagen daerop genayt # [tussenvoeging] maken ende laet mij ons Gert een deel slechte
slaepmutsen sonder enich werck # [tussenvoeging] maken, want ick sulcx meest van doen
sal hebben overmitds die lange reyse ende wiltse aen Jan neeff
bestellen. So ick noch tijt heb als ick wt Engelandt coom, sall
ick eerst noch eens overcomen ende sal U Lieve dan van alles wijder
besceijt seggen. Ick seynde U met den brenger van desen een
sack, wilt doch die vol goede knollen aen Jan neeff seynden
metten eersten so haest als mogelijck is. Ick bid U Lieve vrundtlijck
en wilt doch hier in niet versuymen aen Jan Jacobzoon die
knollen te seynden want ick beloofft heb dat ick se onbieden
sou op dat ick'er niet deur bescamt werd. Sij wilden daer
gelt bij seynden maer ick wilde sulcx niet toe laeten want
hij mij met Gerit neeff groote vrundtscap bewesen hebben.
Isset mogelijck so seynter met een ooc een sack aen Gerrit
neeff, U Lieve mogen dencken cost ick U nu wat off gij mij wt
hyllickte coom ick met lieff wederom. Ick bender mijn leven
door gebercht ende blijff ick het can U Lieve ooc niet scaeden.
Ick ben hier door Godt loff en danc vast van den grooten
arbeyt verlost. Hiermede wil ick mijn vader voor dees
tijt sampt alle goede vrunden die mij mijn vader sal gelieven
hertelicken te groeten in des almachtigen Godts seylighe
bescerming bevelen.
U Lieve dienstwillighen
soon Lambert Biesman
Aen den eersamen ende discre
ten Jacob Biesman myn L(ieve)
vader woonende tot
Nymeghen
Laus Deo den 24sten september stilo veteri in't schip
zijnde onder seylen in see o[m]trendt d'eylanden
van Canarien
Gunstige vader, also wij op huyden enige Hollansche
scepen ontmoet sijn comende wt [=uit] Barbarien, heb ick
sulcken gelegenheyt waer willen nemen, e[nde] niet cunnen onder¬laeten
U L[ieve] te scrijven e[nde] met desen [doorhaling] verwetigen onsen
staet. Wij sijn deur Godes genade met goede voorspoet
e[nde] gesondt volc dus wijdt gecomen. Godt v[er]trouwende
dat hij sijne genade over ons sal continueren e[nde] ons
vortaen helpen. Ick heb U L[ieve] uit Playmuth ooc gescreven
Het is vandaech 3 weken dat wij uit Seelant liepen
als U L[ieve] van onse Wijnandt wel v[er]nemen ca[n]. Wij sijn noch
alle gesondt. Willem en Hens doen U L[ieve] seer groeten
e[nde] alle goede vrienden, sij sijn noch wel gemoet. Wij
sijn alle seer bedroeft gewest v[er]staende die groete
sterfte te Nijmeghen, maer wat [invoeging] Godt wil moet gescieden
Ick soud U L[ieve] wel breder e[nde] perfecter scrijven, dan
door den grooten haest moet ick't hier mede besluyten
Midts groetenis aen mijn broeder Stoffel, sijn huysvrou
Moeytien, Jan van Santvort e[nde] al ons susters en broeders
met alle goede vrienden. Vergeet doch mijn memmoeder
niet. E[nde] sijdt hier mede den almachtighen Godt in
sijne genadige bescerming bevolen e[nde] van herten
gegroet metter haest,
U L[ieve] diensvillighen soon
Lambert Biesman
Aen den Eersamen en[de]
discreten Jacob
Biesman, Burgemeys
ster, woonende aende
May poort tot
Nymeghen
Loont den bode
Aenden eersamen ende
discreten Jacob Bies
man myn L(ieve) vader wo
nende opde Legemerckt
tot
Nyemeghen
Loont den bode
Kinderarbeid
Nijmegen 26 februari 1887
Na aanleiding van uw schrijven heb ik de eer u mede te delen dat op mijn steenfabriek werkzaam zijn:
36 mannelijke personen waaronder 7 beneden 16 jaar.
4 vrouwelijke personen boven 16 jaar.
Het hoogste bedrag des weeklonen is ƒ10 en het laagste ƒ2,50 per week.
Hoogachtend
Kinderwetje van Van Houten
Arnhem, 19 December 1877
Er bestaat reden tot twijfel, of de
heilzame bepalingen der wet van 19 septem-
ber 1874 I st.bl. w. 130 I tot het tegengaan
van overmatigen arbeid en verwaarlozing
van kinderen, wel overal nauwkeurig
wordt nageleefd en bij elke overtreding
daarvan zonder oogluiking vervolgingen
worden ingesteld.
Ik heb mitsdien de eer Uwen
uit te nodigen op eene stipte naleving
dezer wet bij voortduring met zorg te zullen
toezien, en alle inbraken op hare
voorschriften krachtig tegen te gaan.
Het zal mij aangenaam zijn na verloop
van twee maanden een verslag te ontvangen
van hetgeen in dien zin is verrigt en
van den daarvan verkregen uitslag
De officier van Justitie te Arnhem
Bierbrouwers
Aen den Weledele en
Achtbaere Raad der Stadt
Nijmegen.
Weledele en Achtbaere Heeren
Geven met verschulde eerbied te kennen Boek-
houder en Meesteren van den Brouweren-
ampte binnen deeze Stadt,
dat die Edele mogende heren Staaten deze
Provincie, bij verscheijdene Placaten van den
25 Jul: 16[1]4, d 8 April 1629, d 7 Maij 1678 en 20
Junius 1693/: te vinden in 't Geldersch Placaet-
boek pag: 139, 244, 477 en 60[1]:/ tot bevordering
des gemeene welvaerts hebben geinterdiceert en
verboden.
Dat eenen ijgelijck van wat Staet qualiteijt,
of conditie diezelve zoude mogen wezen, hem
voortaen te vervorderen de Brouwerstonnen aen
hem te houden, ende te gebruijcken, die te breeken
aen stukken te slaen ofte te zagen, of te eewige
andere vaten of kuijpen daervan te maken of te
dezelve te verbranden, ofte ook de bodemen van de
voorschreven vaten omme te keeren, ofte te verande-
ren, ofte die tot andere Brouwers met bieren te doen
vaten, of op eenige andere manieren de Brouwers
haere tonnen afhandigh te maken:
Kermisklanten
Helder, 4 juli 1923.
Weledele Heer
11 juli medegedeeld
dat plaats niet meer
beschikbaar is.
Ik dank Uw zeer voor Uw uitstel
maar nu wilde ik Uw eerst iets vragen, door die
toestand in duitsland hebben die wielrijders
hun Contract verbroken met ons en wilde ik
Uw beleefd vragen of ik in die zelfde
tent vertonen mag een Kijkwerk
ingesloten de portretten, een liliputter
dame een reus en reuzin, en een kind van 17 jaar, inlichtingen voor
onzedelijkheid of zooiets kan Uw gaarne krijgen
bij den Commissaris in den Helder.
Hopende Uw zal daar geen bezwaar tegen
hebt, verblijf ik met de meeste
Hoogachting en dankent
Mej. Groenteman
Panopticum-museum
den Helder
Ingesloten het
Portret van een reus van 2 m. 45
Prinses Elisabet 18 jaar oud 45 cm hoog.
en een reuzin 2 m. 60
Brouwersgilde
[…] Jan van Halts merckt
Peter Elberts
Jacob Costen vander Wiltenborch
Hanrijck Hanrijcks
Willem van Appeltern
Peterken van Haren
Gerck van Keuipen
Reijnder van P[...]
Laurens Balmert
Vrou de Bije
Dijt ijs Henrick […] merckt
Hanrijck Peters
Dit merckt staet op de tonnen
van Henrick vander Lijnden
Dit merckt staet op de
thonnen van [...]
Dit merckt staet op de
tonnen van Johan van [...]
Jan van Kessels
Derck van {...}
[...]
Berndt van [...]
[...]
Een tot slaaf gemaakte in Nijmegen
L’an mil huit cent quatorze, le Vingt huit Mai á cinq heures du matin
devant nous Maire, Officier de l’Étatcivil de la commune de Nimegue, Dé-
partement des Bouches du Rhin, sont comparus les Sieurs, J.C. Richemont Capit[ain]
près le 16 B[attalion] Landmil. demeurant á Nimegue âgé de trente ans, qui a dit
être maitre d’un désunt ; et Hermanus Theodorus Everts
demeurant á Nimegue âgé de trente cinq ans. Qui a dit être
voisin d’un désunt ; lesquels nous ont déclaré, que
Manille, gewezene Lijfeigene van den heer Richemont voornoemd fil
de ------------ ----------et de ---------------------------------âgé
de dix neuf ans né á Macassar Département d in Oostindien
demeurant en dernier lieu á Nimegue Departement d
est décédé le vingt huit Mai mil huit cent quatorze domicile
au Cigne á trois heures dumatin
Après qu’il a été donné lecture de présent Acte de Déc~es aux declarans, ils
ont signé avec nom
J.C. Richemont
H.T. Everts
Le Maire, Officier de l’État civil Otto van Randwijck
Apothekersrecept tegen cholera
Aug. 1832
Recept tegen de Cholera Morbus
Neem een kop vol opgeruimdheid
met een doos vol goede moed.
Daags 2 lepels tijdsbeweging
even laauw gebruik is goed.
50 pillen vaste spijsen,
aangemengd met goeden wijn,
Een Tinctuur van vergenoegen
is de beste medicijn.
1-2 Droppels geest van vreugde
met een poeder levenszout
en wat balsem van vertroosting
is een raad zoo goed als goud
doch vindt gij in dit recept
uwen wensch nog niet vervuld
neem dan voor het allerlaatste
nog een pleister van geduld.
Ben geen Noviomagi Batavus
Bouw Villa
Aan
Edelachtbare Heeren
Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Nijmegen.
Edelachtbare Heeren!
Hiernevens ontvangt [U] een stel teekening ter
keuring van den bouw van een Villa op een perceel gelegen
aan de Berg en Dalsche-straat en van rekening van den
Weerd: Heer T. Schippers alhier.
Verder had hij gaarne vergunning tot het plaatsen
van een ijzerhek langs voornoemd perceel en het metselen
van een tuinmuur een en ander zooals de situatie
tekening aangeeft.
Voorts had hij gaarne verlof tot het plaatsen
van een kalk en timmerloods
Gaarne een spoedig en gunstig antwoord
tegemoet ziende heeft hij de eer te zijn.
Met de meeste Hoogachting
uw Edelachtbare
[Uw] Dienaar
W.J. Maurits
Nijmegen 18 Sept. 93.
Bouwvergunning
Aan
Edelachtbare Heeren
Burgemeester en Wethouders
van de gemeente Nijmegen
Geeft beleefd te kennen Gerrit Jan
Groot wonende te Hees dat hij zich tot U Edel
Achtbare wend met eerbiedig verzoek vergunning
te bekomen om in werking te mogen brengen, een
stoomwerktuig met ketel van ongeveer tien
paardenkrachten in een aanbouw aan het huis
No. 179 gelegen te St. Anna aan de Haterschestraat
Kadastraal Sectie C No. 1048 dienstig tot het in
beweging brengen van Zaag en Schaafmachienes
voor houtbewerking.
Voor het in werking stellen der laatst genoemde
Zaag en Schaafmachines verleende Edel Achtbare
reeds vergunning dato 31 Januari 1896.
In de omgeving in een kring op 200 meters afstand
van het gebouw zijn lokalen gelegen die bestemd
zijn voor ziekenverpleging of uitoefeningen van den
openbare eeredienst of scholen.
[......] op een gunstig uitslag hopende.
Welk doende
G.J. Groot.
Hees den 4 Januari 1899.
Stoommachine
Aan
Burgemeester en Wethouders
van Nijmegen
Ondergetekenden Erven G.W. van
Westrhenen alhier geven te kennen:
dat zij voornemens zijn een fabriek op
te richten op perceel Neerbosch. Sectie B, nr.: 64
aan de Voorstadslaan, tot het vervaardigen
en herstellen van machinerieën, welken in
richting zal gedreven worden door eene
daarin te plaatsen stoommachine en in
welke fabriek zullen geplaatst worden
smidsen en een oven volgens bijgaande
stukken in triplo, behalve een uittreksel
uit de kadastrale leggers aangezien
geen der gebouwen in een kring van
200 [m.] gelegen zijn.
waarom zij de vrijheid nemen
Uw Achtb. eerbiedig te verzoeken
hiertoe de vereischte vergunning te willen
verleenen
Wijn voor de dappere soldaten
Hoog Edel Gestrenge Heer Generaal Majoor
Opperkommandant der Vesting Nijmegen
Als gebooren Amsterdammer was mijnen wensch iets tot
verkwikking mijner Landgenoten, dewelke in den voor ons
zoo Roemrijken veldtogt gekwetst zijn geworden bijtedragen.
Mijne vraag is dus aan U Hoog Edel Gestrenge Heer Generaal
Majoor, of het mij geoorloofd zoude zijn, aan u Hoog Edele ter
verdere bezorging, te zenden een half Aam beste Rijnwijn
mits vrij zijnde van alle belastingen in Holland.
Ik vlije mij van U Hoog Edel Gestrenge Heer Generaal Majoor
een gunstig antwoord op mijnen vraag te mogen ontvangen.
Met de meeste Hoogachting heb ik d'eer te zijn
Uw Dienaar
J.N. Salomons.
Aan zijne hoog Edel Gestrenge Heer
Generaal Majoor Opperkommandant
der Vesting Nijmegen.
Kleef, 14 Augustus 1832
Hoog sterftecijfer
Arnhem, den 13 November 1896.
Sanitaire toestanden
in gemeenten.
Met veel belangstelling heb ik kennis
genomen van den inhoud Uwer missieve dt: 31 October 1896
waarbij was gevoegd een afdruk van eene memorie ge-
richt aan de H.H. leden van den Raad der gemeente
Nijmegen.
Zeer terecht wordt door Uwe Commissie gewezen op het
betrekkelijk ongunstige sterftecijfer voor Nijmegen,
eene gemeente toch die, wat hare ligging betreft, een
ideaal-gemeente op hygiënisch gebied zoude kunnen
zijn.
Nijmegen gelegen op een zeer geschikte bodem, aan één
sterk stromende rivier, ten overvloede voorzien van
eene waterleiding zoodat de bewoners ten allen tijde over
voortreffelijk drinkwater kunnen beschikken.
En niettegenstaande blijft het sterftecijfer, in verge-
lijking met sanitair veel minder gunstig gelegen
gemeenten, eene betrekkelijk ongunstige verhouding
Vertoonen.
De oorzaak daarvan is gelegen in de sanitaire toe-
standen, die men, onbegrijpelijk nabij, zelfs in sommi-
ge woningen of aangrenzende binnenplaatsen, zelfs in
het centrum van de stad aantreft en waarop meermalen
en nu wederom door Uw College te recht gewezen is.
Daaraan paal en perk te stellen is plicht voor hen
die eenig begrip hebben van het belang der hygiëne voor
eene gemeente en is het te verwonderen dat door het bestuur
Aan
Den Heer Voorzitter
Der Gezondheids-Commissie
bestuur van eene vooruitstrevende gemeente als Nijmegen
in het belang der ingezetenen niet meer acht wordt ge-
geven op het groote nut der hygiëne.
Daarvoor zijn bij bedoeld bestuur zeker geldige, doch
mij onbekende redenen voorhanden.
Evenwel mijnerzijds stel ik me voor, met kracht uw
verzoek te ondersteunen en heb ik de eer Uwe Commis-
sie te verzoeken mij ter inzage of wel (nog liever) in
afschrift te willen zenden, het op Uw schrijven van
het bestuur de gemeente Nijmegen ontvangen antwoord,
opdat ik hiermee in verband mij kan wenden tot H.H.
Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, zoo noo-
dig met Uwe Commissie in nader overleg zal treden,
terwijl ik de eer heb Uwe Commissie inmiddels te ver-
zoeken mij te doen toekomen eene opgave van de meest
insanitaire woningen en buurten.
Met die bepaalde gegevens behoud ik mij dan voor
om ter gelegener tijd bij niet gewenschte verbetering
gebruik te maken van het bepaalde bij de Wet van
8 April 1893 St: bl. No 64.
De Geneeskundige Inspecteur
voor Gelderland en Utrecht,
De Hanzesteden van Gelre
Tyell = Tiel
Saltbomell
Nijmegen - daer dese kleijne Stede onder gehoerende ende gelegen sijn
Mazebomell
Gentt
Venloe
Gelre
Stralen
Ruremunde -
Daer dese kleijne Stede onder gehoerende ende gelegen sijn
Erkelentz
Nijhestat
Wachtendonck
Echt
Dijt sijn die vier
hoefftstede des
landtz van Gelre
Doesborch
Doetijnchem
Groll = Groenlo
Lochem
Zutphen - daer dese kleijne Stede onder gehoerende ende gelegen zijn
Hardewick
Elborch
Arnhem - Daer deze kleijne Stede onder gehoerende ende gelegen zijn
Hattom
Wagenongh - Wageningen
Ende alle dese hoefft ende kleyne Stede vurscheven syn tsamen ander duytscher hanzen gehoerende
Bevestiging stadsrechten, 1372
Wij Willem bider ghenaden Gaeds hertoghe van Gulich, greve van Valkenborgh, here van Monyoye, ende momber
onser manliker gheboerte Willems van Gulic, ende Maria van Ghelren bider selver ghenaden hertoghinne, grevynne
ende vrouwe der lande voerscr[even], doen kont allen luden ende keynnen myt desen openen brieve dat wij ghesekert ende
ghelaeft hebben in guden trouwen dat wij dye burghe]ren] van Nymeghen handen soelen ende laten inde gueden ende
reynten daer sy inne sitken, toe behoerende der heerlicheit van Ghelren, t'heint der tijt toe, dat men hem recht of
bescheit doe na oeren brieven, sonder engherhande arghelist In orconde der waerheit deser dinghen voerscr[even]
heibben wij onse zeghele aen desen brief doen hanghen. Gegheve[n] in't jaer ons Heren dusent driehondert
twe ende t'soeventich op Sente Valentijns dach.
twe ende t'soeventich op Sente Valentijns dach.
Commanderie van St. Jan
Ick brued[er] Henric[us] van Barsdo[n]ck, com[m]enduyr des Heilige[n] Godshuys va[n] Su[n]t Johan byn[n]en Nijm[m]ege[n], belije en[de] beken[n]e myt dessen brieff voir mij ende
mine naecomeli[n]ge dat ic ter ere[n] Gods en[de] om bede wille suster Mechtels vand[er] Molen ontfange[n] heb in onser ordens susterscap die selve voirbenoe[m]de
suster Mechtelt mit al hare suste[re]n, nu ter tijt myt haer i[n] hare[n] huse geheiten Bethleem wone[n]de of naemaels sulle[n] come[n] te wone[n] tot ene[n] sekeren
getale[n] toe als tot seve[n] of achte toe, deelachtich te wese[n] ten ewige[n] dagen toe alle der gued[er] w[er]ke[n], het si i[n] vaste[n], i[n] wake[n], misse[n] of vigilie[n] en[de] oec in
martelije[n] of bloetstorti[n]ge tege[n]s die Torke[n] en[de] ongelovige[n], oec mede te gebruke[n] en[de] deelachtich te wese[n] al alsulker g[ra]cie[n], genade[n] en[de] aflaet als ons
en[de] onser gansser orde[n] van de[n] stoel va[n] Rome[n] gegeve[n] en[de] v[er]leent is. En[de] oec mede ind[er] tijt des gemeyne[n] bans misse i[n] onser kerke[n] te hore[n] en[de] off
des noot dede haer sac[ra]mente[n] i[n] leve[n] en[de] i[n] dode va[n] ons orde[n]spriest[er] te moge[n] t'ontfange[n] en[de] daer tege[n] te moge[n] biechte[n] en[de] absolvere[n] te laten
mit al alsulker voirw[aar]de[n] dat si alle dage[n] myt yn[n]ichh[ei]t haers h[er]te[n] sulle[n] spreke[n] vijf P[ate]r N[oste]r ende vijf Ave Maria voir alle brued[er]s en[de] suste[re]n d[er] orde[n] voirs[eid]
en[de] dat si alle jair i[n] gede[n]cke[n]isse der gr[a]cien en[de] privilegie[n] voirs[eid] eens op Su[n]t Ja[n]sdach to Midsomer sulle[n] haer sust[er]scap beken[n]e[n] i[n] ons[er] kerk[en]
mit ene[n] pen[n]i[n]g of mit eenre waskerze[n] nae hare[n] guetdu[n]cke[n], wa[n]t o[n]se heilige vad[er] die paews dat also i[n] sinen bulle[n] bevole[n] heeft. Oec
mede sulle[n] sij onser orde[n] en[de] onser orden brued[er]s altijt trow ende haut wese[n], voir oge[n] en[de] achter rug haer guet te vorde[re]n ende haer quaet te
scuten also s'veel als si con[n]e[n] myt raed en[de] myt daed bute[n] hare[n] cost en[de] scade. In gedencke[n]isse en[de] tuych der voirscreve[n] susterscap
so heb ic brud[er] Henrick, com[m]enduyr voirs[eid], mine[n] segel aen desse[n] brief gehange[n] in de[n] jair ons He[re]n MCCCC ende LXVI op onse Liever
Vrouwe[n]avont Assu[m]pcio.
Handelsverdrag uit 1360
Wir Richtere, scheffene rait und die burgere ghemeynlichen der Stat van Colne, doin kunt allen
luyden ind bekennen want die durchluchtige vurste ind hogeboiren herren, her Reynolt hertzoige zu
Gelren ind Greve zu Zuytphen ind her Edewart van Gelren, gebruedere, eyne met yren steiden, mit
uns eynre soenen ind vruntschap van den wijnen ind van dem gude, die onsen burgeren van Colne
in dem lande van Gelren zu Nijmegen genommen wairen, verdragen haint na formen ind geleigeheit
des briefs den sij uns darup oevergegheven haint, besegelt mit segelen der herren ind der stede van
Gelrelantde vurs[eid]. So han wir vur uns ind vur onse burgere van Colne as van deser vers[eide] sacken
ind naimen die zu Nijmegen geschiet is vurwerde ind velicheit gegheven ind ghenen oever mitz
desen brief alle den ghienen die in dem lande van Gelren gesessen synt, uyssgescheiden doch den van
Ruremunde, van Venle ind van der Nyerstat bis zer zijt dat sij den vurgen[oemde] brief mit den anderen
steden besiegelt haint. Ind irre yeclichine zu Colne in onse stat ind dar enboven zu komen ind zu
varen ind yre komantschap zu hantyeren ind zu driven, ja in alle der vurwerden ind manyeren as
die vurs[eide] brief innehelt den sij uns dar up gegheven haint. Ind werit sache dat sij of yrre eyn-
ghen yeman auspreeche of arrestierde zu Colne in onser stat umb eynche sache of schoilt der sy
selver nyet schuldich en weren of dar vur dat sij sich slever nyet verloift noch verbinden hetten,
ind die sij noch yre stat da sij inne gesessen weren, of yemant anders vur sij nyet besiegelt en het-
ten, darvur mogen sij yre unschoilt dam ind sich der quyten mit yrem eyde. Uyssgescheiden doch
alsulche sachen as van bruchen ind van missedait an dat gerichte treffent, dar van solen sij doin
ind lijden as der steide recht is zu Colne. Alle argelist hie an uyssgescheiden. Ind deser dinge zu
urkunde ind steetgheit so hain wir onser steide segele ad causas an desen brief doin hancgen
die gegheven is in den jayren unss Herren duysent druyhondert ind seistzich up Sente Girtruden
dach der Heiliger Jonfrauwen.
Rechten en vrijheden
Wij Edewart van Ghelren maken cont ende keynlic allen luden die desen bryef soelen sien of hoeren lesen
dat wij onse hant gheleeght heybben op't Heylighe Sacrament ende heybben gheswaren dat wij burgher-
meiste[ren], scepene, rade ende die ghemeynne burghe[ren] van Nijmeghen in alle oeren rechten handen soelen. Dat
is the weten zeven jaar lanc durende, die ingaen soelen op Middelwynter naest thoe comende ende dueren soelen
zeven jaer lanc daer na naeste volghende, in alle dier manieren alse die bryeve begripen die wij daer af
ghesien heybben ende hoeren lesen, beseghelt mit seghel ons lyeven heeren ende vader her[en] Reynolts wilneer
hertoghen van Ghelren greven van Zuytphen, deys Got ghenedich moet sijn. In orkonde ende veystenisse
dies heybbe wij onse seghel bi onser wetentheyt aen desen bryef doen hanghen. Gheschiet en[de] ghegheven
in Sente Stephaens kirke tot Nijmeghen, opter Ylfdusent Meghede dach in't jaer ons Hee[r]en dusent
driehondert drie ende vijftich.
Tolvrijheden
Richard, door Gods genade Roomse-Koning, vermeerder des Rijks, aan alle getrouwe van het Heilige Roomse Rijk, die deze zullen lezen, genade en alle goeds.
Wij hebben gezien, dat de brief van Hendrik VII, Roomse-Koning, onze voorzaat, zodanige inhoud van woord tot woord bevat. Wij Hendrik VII, door Gods genade
Roomse-Koning, en vermeerder des Rijks, zijn, na onze bescheidenheid, gehouden aan al onze trouwe onderdanen op haar rechtmatig verzoek gunstig gehoor te verlenen,
en indien zij met de redelijkheid tezamen stemmen, moeten wij hun op de wijze van onze heilige voorouders gewone genade niet afwijzen: Daarom willen wij, dat dit
tot kennis van allen komt: Nadien onze getrouwe burgers van Nijmegen, ons nederig verzocht hebben, dat wij hun en hun Stad wilden begunstigen, en zodanige rechten en vrijheden toestaan, als de Stad Aken,
en andere steden van het Rijk, van onze voorouders, zo Koningen als Keizers, mede bevoorrecht zijn, met toestemming verzekerde, dat zulks ons en ons Rijk tot
geen gering voordeel, en eer zal verstrekken: Zo hebben wij met rijpen rade van onze bijzondere vrienden goedgevonden haar verzoek toe te staan; gelijk wij door ons
Koninklijk gezag aan de voornoemde burgers alle rechten en vrijheden toestaan, en schenken voor altijd, en dat zij zonder enige afpersing van
Tolvrij met hare goederen, ’t zij te land of te water door ons gehele Rijk mogen passeren: daar nevens haar volle gunst bewijzende, dat ze tot hare
Mede-burgers mogen aannemen, alwie zich naar hare Stad zouden willen begeven: daarom is het, dat wij onder behoud van onze genade wel sterk gebieden en bevelen,
dat niemand door stout bestaan vervoerd onderneme onze Burgers van Nijmegen, of die zich vervoegd hebben, te bezwaren of moeilijk te vallen, ofte enige schatting af te persen
het welk, indien iemand onderstaat te doen, die zal moeten weten dat hij de grote ongenade van onze Majesteit op zijn hals gehaald zal hebben: Daarom hebben wij tot meerder blijk en zekerheid dit
blad laten schrijven, met het Zegel van onze Hoogheid en onze voornoemde Burgers aanbieden. De getuigen zijn deze: de eerwaardige Abt van S. Gal; Coenraad van
Grensoverschrijdende contacten
Vertaling uit het Duits
Aan het
Stadsbestuur
- Afdeling Sport-
Nijmegen
Nederland
Betr.: Sportevenementen in het kader van de regio Rijn-Waal
Geachte heren,
In het kader van de regio Rijn-Waal zou het ook passend zijn om gezamenlijke
sportevenementen te organiseren. Men zou kunnen beginnen met
een amateurvoetbaltoernooi van de stadsteams. Dit
toernooi zou afwisselend in de deelnemende steden kunnen plaatsvinden.
Deze brief schreef ik ook aan de steden Arnhem en Emmerich.
Natuurlijk kunnen ook andere steden aan
dit toernooi deelnemen. Dit zal blijken uit een latere vergadering
waarvan de bedoeling is dat er een uitnodiging voor volgt.
Ik zou het op prijs stellen als u mij zo snel mogelijk op de hoogte stelt
of u geïnteresseerd bent in zo'n toernooi.
Met vriendelijke groet,
I.A.
(Schoonhoven)
Raad van Bestuur
Brief aan koning
11 september 1868
Aan
Zijne Majesteit den koning der Nederlanden Groothertog van Luxemburg enz. enz. enz.
Sire!
De Raad der Gemeente Nijmegen nam de
vrijheid zich onlangs tot Uwe Majesteit te wen-
den met eerbiedig verzoek om opheffing van
Nijmegen als vesting en teruggaaf van de daar-
door vrij vallende vestinggronden aan de gemeente.
De Raad waagt het Uwe Majesteit thans op-
nieuw te naderen over eene aangelegenheid, die
voor deze gemeente evenzeer van groot gewicht
is, en die van het al of niet behouden van
Nijmegen als vesting in zekere mate onafhanke-
lijk is, de verbinding namelijk van Nijmegen
aan het Nederlandsche spoorwegnet.
Het is uwer Majesteit bekend dat Nijme-
gen de eenige stad van die grootte in ons vader-
land is die van het Nederlandsche spoorweg-
net is uitgesloten, weliswaar werd Nijmegen
voor eenigen tijd door de samenwerking der
ingezetenen, daarin krachtig gesteund door eene
subsidie van de gemeente, door een spoorweg
met het naburige Pruisen verbonden, maar in
het verkeer met de overige deelen van Neder-
land blijft Nijmegen dat middel van gemeen-
schap missen. Het behoeft voorzeker geen be-
toog, dat die uitsluiting hoogst schadelijk is voor
handel en nijverheid, en dat zij velen terughoudt,
die anders Nijmegen om zijne heerlijke ligging
en prachtige omstreken als woon- en verblijf-
plaats kiezen zouden; Uwe Majesteit beseft
gewis, dat sedert lang de wensch levending was
naar verandering in dien toestand.
Gezondheidscommissie
16 24 Febr / 03
Den Weledelen Heer Joost van Pelt
Secretaris van de Gezondheidscommissie
Alhier
Weledele Heer,
Sedert eenigen tijd
heb ik in mijn wijnkelder en even eens
in de kelder van mijn huis groote
straat 22 verbazend veel last van een
lek dat zich bevindt in de afvoer
buis van een privaat van den Slager
Brinkhoff Platemakerstraat 5 welk
pand achter bij het mijne aansluit
en van welk privaat de uitlosing
in mijn beerput plaats vindt. Nu
schijnt de koker van zijn privaat ver-
gaan te zijn en dringt de specie
door de muren heen en veroorzaakt
een ondragelijke stank die voor de
gezondheid evenals voor de muren
zeer ongunstig werkt. mijne herhaalde
pogingen aangewend bij den eigenaar
van genoemd pand, den slager G. Brink
hoff oudestadsgracht 9, om in die
onhoudbare toestand zoo spoedig
mogelijk te voorzien, zijn vruchteloos
gebleken en is nu mijn beleefd verzoek
een of meer leden uwer Commissie
zich zouden willen overtuigen van
de bestaande toestand en de eigenaar
Brinkhoff te doen weten hij zoo spoe-
dig mogelijk in dat gebrek zal
moeten voorzien. Vertrouwende u
aan mijn verzoek, zoo mogelijk,
spoedig zult willen voldoen blijf
ik na beleefde groet met
de meeste hoogachting U Ede[le]
D. Alring Hesselink
door Knoops ter lezing ontvangen
4 febr. 1903
Akte Maurits
In den eersten dat zijne
Excellentie de Stad van Nimmegen ende alle
Borgeren ende Ingezeten van dien, dezer
tijd binnen of buiten dezelve zijn,
gelieve te accorderen [absolut en generaal
pardon, en vergetinge] van
alle faulten, misdaden, excessen en
misbruiken, als het feit van de
Reductie in den jaare van Heere [1585]
geschiet, ende voorts alles wat
sedert denzelven tijd tegens de
generale ende particuliere Unien en
Intentien der Staten Generaal
van de geunieerde Provincien is
gecommitteert zonder enigen
exceptie, waar van de memorie
dood en te niet blijven zal, als
van zaaken die nooit gebeurt off
geschiet en zijn, met expres verbot
ende interdictie aan allen Justiciers,
Officiers, ende andere, van daer
aff gijheen vermaan off vervolg
te doen; in wat manieren, offe onder
wat deksel dattet, zij, op poene,
dat de overtreders gepunieert ende
gestraft zullen worden, als per-
turbateurs van de gemeijne ruste.
Dat alle burgeren ende ingezeten dezer
Stadt zo geestelijk als wereldlijk, zullen
alhier gemaitineert worden, in ’t
volkomen gebruijk van alle haare
goederen roerende ende onroerende
Ende geheelijken gerestitueert, zo in
haare goederen en renten als
verlopen pachten van dien, die bij de
generale staten, steden, plaatsen
ofte particuliere daer onder
resorterende, bij manier van confis-
catie of anderzints, gedurende
dese troublen zijn geannoteert of
ondergehouden zonder eenige vordere
bespieringe of molestatien
Dat mitsdien de voorschreven van Nimmegen
Inde alle andere daer onder gehorende,
Hun zullen wederom beginnen onder
De autoriteit en gehoorzaamheid
van zijne Excellentie en den Staten