In de achttiende eeuw bestond nog geen algemeen onderwijs of een nationaal cultuurbeleid. Veel mensen ervoeren dat als een gemis en daarom investeerden ze zélf in deze zaken door genootschappen op te richten. Vooral ná 1750 ontstonden veel genootschappen. Toen waren de Verlichtingsidealen doorgedrongen tot een deel van de bevolking en was men overtuigd van het belang van kennisverwerving.
Dit is een klein deel van het reglement van het Nijmeegse politieke genootschap 'Voorbeelden trekken'. Dit genootschap was in 1786 opgericht en was sterk beïnvloed door de ideeën van de patriottenbeweging. Het reglement was in 1786 opgesteld en in 1795 "in het eerste jaar der Bataafsche Vryheid" met de "nodige verbeteringen" opnieuw aangenomen.